Oprupsen mootvoegen

Aanleiding

De aanleiding voor dit project vindt zijn oorsprong in de risico’s die in eerder onderzoek naar voren kwamen rondom zandverdichting in zinkvoegen. De afgelopen jaren zijn er meerdere incidenten gerapporteerd waarbij zandophoping leidde tot structurele problemen binnen tunnels, met name door de cyclische krimp en uitzetting van de voeg en zodoende het ‘werken’ van het ginaprofiel als gevolg van temperatuurfluctuaties. Dit probleem, ook wel bekend als het ‘zandpompeffect’, is waargenomen in verschillende tunnels, waaronder de Rotterdamse metrotunnel en de Heinenoordtunnel. Inspecties bevestigen dat deze problemen niet alleen lokaal voorkomen maar mogelijk een groter risico vormen voor tunnels met soortgelijke constructie en omgeving.

Doelstelling

Uit diverse metingen en observaties in andere constructies is gebleken dat het mechanisme ook andere gevolgen kan hebben. Vanuit dit perspectief, en met vergelijkbare aannames en analysemethoden, is besloten een plan op te stellen om een bredere inventarisatie van deze problematiek uit te voeren. Dit vervolgproject richt zich op het zogeheten ‘oprupsen’: het fenomeen waarbij de mootvoegen van een tunnel geleidelijk aan verbreden en de tunnelmoten zich cumulatief gaan verplaatsen.

De werkgroep maakt nu een gedetailleerd projectplan voor vervolgonderzoek in het komende jaar. Dit plan omvat methoden en onderzoekstechnieken zoals monitoring, veldmetingen en risicomodellen om de ontwikkeling en impact van voegvervorming over langere perioden te bestuderen. Het projectplan zal ook nadere aanbevelingen bevatten voor gerichte preventieve maatregelen en mogelijke interventies die kunnen worden opgenomen in de onderhoudsstrategie voor tunnels.

Resultaten

De eerste fase van het onderzoek is eind 2024 afgerond. In het rapport is het probleem van het oprupsen uitgebreid omschreven.

Om de omvang en specifieke manifestaties van het probleem in kaart te brengen, is een inventarisatie uitgevoerd bij bestaande tunnels. Hieruit is een beeld ontstaan van de variatie in problematiek en de factoren die bijdragen aan het oprupsen van voegen bij verschillende tunneltypen en locaties.

Op basis van de probleemomschrijving en de inventarisatieresultaten zijn aanbevelingen gedaan voor vervolgonderzoek.
>> Naar rapport op de kennisbank

Project voortgang