Aanleiding
In Nederland zijn enkele tientallen wegtunnels gebouwd en in gebruik. Sommige zijn nog in aanleg, een behoorlijk aantal wordt de komende jaren gerenoveerd. Het is de bedoeling dat een tunnel 70 jaar of langer blijft functioneren. Dit betekent dat de kans groot is dat de omgeving van een tunnel in de loop van de levensduur wijzigt. In de omgeving kunnen ruimtelijke functies worden toegevoegd die niet voorzien waren bij de aanleg van de tunnel. Dit kan impact hebben op de afweging van risico’s, zowel voor de tunnel als de omgeving.
Onduidelijk is hoe, op basis van wet- en regelgeving, de rol van een tunnel op de veiligheid van zijn (veranderende) ruimtelijke omgeving wordt meegewogen in besluitvorming. Of hoe de ontwikkeling van deze ruimtelijke omgeving invloed heeft op de veiligheid van de tunnel (constructief en gebruik). Er worden verschillende wettelijke kaders gebruikt, door verschillende partijen en op verschillende momenten. In de praktijk leidt dit soms tot discussie over welke wet- en regelgeving van toepassing is. Waaraan moet voldaan worden; wat betekent dit voor het ontwerp van de tunnel; en wat betekent dit voor de ontwikkeling van de omgeving?
Doelstelling
In het project Wettelijke kaders tunnel en omgeving wordt onderzocht hoe dit soort zaken in wet- en regelgeving vastliggen. Dit wordt gedaan door het analyseren van toegepaste wet- en regelgeving, inzichtelijk maken welke kaders op welk moment van toepassing zijn en hoe deze zich juridisch (hiërarchisch) tot elkaar verhouden. Daarvoor wordt een onderzoeksaanpak met drie inhoudelijke fasen doorlopen. Het onderzoek wordt afgerond met een rapportage waarin de resultaten van de analyse worden beschreven en onderbouwd.